Om met kleuren te werken moet je de verschillen kennen tussen koud een warme kleuren, tussen primaire, secundaire en tertiaire kleuren, en van ton-sur-ton en faux camallieux kleuren.
Om met dessin te kunnen werken moet je de verschillen kennen tussen de verschillende opzetten van een dessin (het ‘rapport’): strooier, allover, afbeelding of randversiering (border).
Sfeer ontstaat door een harmonische opbouw van de ingrediënten vorm, kleur, dessin en materiaal. Hierdoor stralen deze een bepaalde waarde uit. Bijvoorbeeld: een natuurlijke, een romantische of een industriële sfeer.
Om met materiaal te kunnen werken moet je met gelijke kwaliteiten kunnen combineren. Daarvoor is uitgebreide technische kennis en ervaring noodzakelijk van de diverse materialen die je wilt gebruiken.
Jaarlijks wordt via marktonderzoek een nieuwe ijking gemaakt van de tijdswaarden. De Bock & Dekker werkt met een gevalideerde set van 148 waardekaarten en voert dit onderzoek uit i.s.m. Motivaction. Voorbeeldwaarden: gezellig, duurzaam, liefde, etc.